Wat is het BIV? Of et beroepsinstituut van vastgoedmakelahars (BIV)?
Ons land telde midden 2020 meer dan 10.630 erkende vastgoedmakelaars – dat zijn vastgoedbemiddelaars, syndici en rentmeesters. Die vastgoedmakelaars zijn allemaal bezig met wat de Belg nog steeds als één van de belangrijkste dingen in zijn leven beschouwt: vastgoed en wonen. Al wie op zelfstandige basis vastgoedactiviteiten wil uitoefenen in België, heeft daarvoor een erkenning nodig van het BIV, het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars.
Oprichting en statuten van het BIV
Ooit kon iedereen vastgoedmakelaar zijn. Dat resulteerde in een voor consumenten en professionals ongezonde wildgroei, oneerlijke concurrentie en weinig koosjere praktijken van sommigen die de sector een minder goede reputatie bezorgden. Stilaan groeide het besef dat een regulering nodig was.
Om het beroep van vastgoedmakelaar te reguleren, richtte de overheid in 1993 een publiekrechtelijke beroepscorporatie op, het BIV. Een publiekrechtelijke beroepscorporatie is een onafhankelijke en autonome instelling met een representatief karakter: de leden van de verschillende organen worden verkozen onder en door de vastgoedmakelaars zelf. De overheid controleert het Instituut via een regeringscommissaris. De regeringscommissaris woont de vergaderingen van de Nationale Raad bij en kan beroep aantekenen bij de minister van Middenstand tegen elke beslissing van de Nationale Raad die strijdig zou zijn met de wetgeving, die de solvabiliteit van het Instituut in gevaar kan brengen, of die niet tot de opdracht behoort van de Nationale Raad.
De oprichting van het Beroepsinstituut gebeurde via het KB van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar. Twee jaar later, op 1 maart 1995, opende het Instituut voor het eerst de deuren. Een ijkpunt in de vastgoedgeschiedenis. Vanaf die dag kon het kaf van het koren gescheiden worden in de tot dan toe nog ongereguleerde markt.
Sindsdien mag enkel wie over een BIV-erkenning beschikt, zichzelf vastgoedmakelaar noemen. Enkel diegene een BIV-erkenning hebben mogen “de handelingen stellen” die bij wet voorbehouden zijn aan de vastgoedmakelaar. Want het beroep van vastgoedmakelaar is sinds het KB van 6 september 1993 beschermd. Dit net zoals dat van de boekhouder, de advocaat, de architect en de arts.
Taken en bevoegdheden van het BIV
Het BIV heeft wettelijk gedefinieerde taken. Het Instituut controleert dat wie actief is op de Belgische vastgoedmarkt als bemiddelaar in verkoop of verhuur of als syndicus, voldoet aan de bij wet bepaalde vereisten en dwingt af dat vastgoedmakelaars de deontologie respecteren. Enkel met een erkenningsnummer, een zogenaamd “BIV-nummer”, mag iemand zichzelf vastgoedmakelaar noemen en op zelfstandige basis actief zijn. Wie ingeschreven is op het tableau van de beroepsbeoefenaars of op de lijst van stagiairs van het BIV, staat onder toezicht van het BIV en moet de deontologische regels[1] van het Instituut naleven[2]. Het BIV heeft via zijn tuchtrechtbanken de bevoegdheid om erkenningen toe te kennen of in te trekken.
Structuur binnen het BIV
Het BIV bestaat uit verschillende afdelingen of organen die volgens de principes van de scheiding der machten zijn gecreëerd. Om die reden kan niemand in meerdere organen tegelijkertijd zetelen. In elk orgaan zetelen (bijna uitsluitend) verkozen vastgoedmakelaars.
De Nationale Raad is het wetgevend orgaan.
Of het parlement, en bepaalt onder meer de deontologische regels van de vastgoedmakelaar, de “Plichtenleer” genoemd. Het is een raad die paritair samengesteld en telt 36 verkozenen. De Nationale raad bestaat uit 18 effectieve leden en 18 plaatsvervangende leden (telkens 9 Nederlandstaligen en 9 Franstaligen). De Nationale Raad bestaat uit vastgoedmakelaars die door vastgoedmakelaars verkozen worden.
Het Bureau, het uitvoerend orgaan.
Het Bureau bestaat uit vier leden van de Nationale Raad: 2 Nederlandstalige en 2 Franstalige leden. Dit uitvoerend orgaan staat in voor het dagelijkse werking van het BIV, van de organisatie van de Nationale Raad tot personeelsaangelegenheden. Elk van de vier Bureauleden leden heeft zijn of haar functie: voorzitter, eerste ondervoorzitter, tweede ondervoorzitter, penningmeester. Afwisselend zijn de Nederlandstalige en Franstalige leden ofwel voorzitter en tweede ondervoorzitter ofwel eerste ondervoorzitter en penningmeester.
De Kamers ten slotte zijn de rechtbanken.
De rechtbanken die onafhankelijk oordelen over klachten tegen vastgoedmakelaars. Bij een klacht oordeelt een door de minister benoemde advocaat of de feiten een tuchtrechtelijke vervolging rechtvaardigen. Deze rechtskundig assessor, een “makelaarsprocureur”, kan beslissen om een klacht te laten behandelen voor de Uitvoerende Kamer (UK) van het BIV. De UK is de tuchtrechtbank van eerste aanleg bij het BIV, of om een klacht te seponeren. In deze tuchtrechtbank zetelen opnieuw verkozen vastgoedmakelaars, voorgezeten door een door de Koning aangeduide magistraat of advocaat. De UK kan verschillende tuchtstraffen uitspreken, gaande van een waarschuwing tot een schrapping. Tegen een UK-beslissing kan hoger beroep aangetekend worden. Dan komt het dossier voor de Kamer van Beroep (KvB) waar (andere) verkozen vastgoedmakelaars en een door de Koning benoemde magistraat of advocaat als voorzitter zetelen.